Bedrijf mocht medewerker niet aanzetten tot overtreding anti-ronselbeding

Een anti-ronselbeding, dat vaker in arbeidsovereenkomsten staat, betekent dat een vertrokken werknemer oud-collega’s niet mag benaderen om ook over te stappen. Deze werknemer deed dat toch, en moet een boete betalen. Ook de nieuwe werkgever heeft onrechtmatig gehandeld.

Na een dienstverband van negen jaar gaat een vrouw elders werken. In haar arbeidsovereenkomst stond een ‘anti-ronselbeding’: in het eerste jaar na haar vertrek mag zij geen contact opnemen met haar oud-collega’s om hen te bewegen te gaan werken bij haar nieuwe werkgever. Doet zij dat toch, dan moet zij een boete betalen van € 15.000, vermeerderd met € 2.500 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.

Exitgesprek

Enkele maanden nadat de vrouw is overgestapt, vertelt een oud-collega aan de eerste werkgever dat zij ook wil overstappen naar het bedrijf van haar oud-collega. In het exitgesprek onthult zij dat ze met haar heeft gesproken over deze nieuwe baan. De vorige werkgever laat de vrouw weten dat zij het ‘losweekbeding’ heeft overtreden en vordert betaling van de boete én een schadevergoeding van € 9.399.

Losweekbeding is rechtsgeldig

De vrouw vindt het anti-ronselbeding niet rechtsgeldig omdat dit onduidelijk is geformuleerd, zodat zij niet precies wist wat wel en niet mocht. Zij leest er ook in dat zij geen contact meer mocht hebben met oud-collega’s, wat volgens haar in strijd is met verschillende grondrechten. Zij kan dus niet aan het beding worden gehouden. Daar gaat de kantonrechter niet in mee: uit verklaringen blijkt dat zij goed wist dat ronselen niet mocht en toen zij uit dienst ging heeft haar werkgever haar daar nog eens nadrukkelijk op gewezen. Zij is gebonden aan het anti-ronselbeding.

Beding overtreden

Maar heeft de vrouw dit beding ook overtreden? De collega zou uit zichzelf bij het andere bedrijf hebben gesolliciteerd. De vrouw maakte, zo zegt haar nieuwe werkgever, alleen de afspraak voor een gesprek maar was niet betrokken bij de indienstneming. De nieuwe werkgever kende het losweekbeding. Volgens de kantonrechter heeft de vrouw het anti-ronselbeding overtreden door de oud-collega te wijzen op de baan en haar te vragen of die iets voor haar is. Dit blijkt uit opnamen van haar exitgesprek.

Matiging boete

De kantonrechter matigt de boete wel: € 15.000 is buitensporig. De boetebepaling is niet afgestemd op de werkelijke schade die de vorige werkgever heeft geleden door de overtreding van het anti-ronselbeding. De vrouw zou deze boete in privé moeten betalen, waardoor ze zelfs haar huis moet verkopen. De kantonrechter matigt de boete tot € 2.500.

Geen schadevergoeding

Het bedrijf stelt ook dat de nieuwe werkgever onrechtmatig heeft gehandeld door de vrouw aan te zetten het anti-ronselbeding te overtreden. Daarmee profiteerde hij van haar wanprestatie, en de nieuwe werkgever moet daarom de schade vergoeden die is geleden, onder andere voor het aannemen van een vervanger voor de vertrokken collega. De kantonrechter oordeelt dat de nieuwe werkgever onrechtmatig heeft gehandeld, maar wijst de schadevergoeding af. Dat het bedrijf kosten moest maken voor de indienstneming van een nieuwe medewerker, is volgens de kantonrechter geen schade. De tweede vrouw was al langer op zoek naar een andere baan en zou sowieso zijn vertrokken, ook omdat ze de sfeer op haar afdeling niet meer leuk vond. Het bedrijf had die kosten dus toch moeten maken.

ECLI:NL:RBOVE:2024:940

 

Bron:Rechtbank Overijssel | jurisprudentie | ECLI:NL:RBOVE:2024:940 10656520 CV EXPL 23-1806 | 19-02-2024