Beloofde bonus daadwerkelijk uitkeren hoort bij goed werkgeverschap

Een werkgever mag niet zomaar besluiten een werknemer geen bonus te geven, en anderen wel. Als de doelstellingen zijn behaald, zoals winstgevendheid of de inzet van medewerkers, moet de bonus worden uitgekeerd. Deze werkgever had daar geen zin in, maar werd door de rechter teruggefloten.

Bij de beëindiging van het dienstverband van een werknemer wegens arbeidsongeschiktheid ontstaat een conflict met de werkgever. De werknemer wil een hogere transitievergoeding dan het door de werkgever betaalde bedrag en een bonus over het jaar 2021, het laatste jaar dat zij in dienst was. In de arbeidsovereenkomst staat, zo stelt de vrouw, dat de werkgever ernaar streeft jaarlijks een passende bonus te verstrekken. Deze is afhankelijk van de inzet van de werknemer en van de winstgevendheid van het bedrijf. Andere werknemers hebben over 2021 een bonus gekregen, wat erop duidt dat de winstdoelstelling is behaald. De vrouw heeft in dat jaar acht maanden gewerkt en nooit gehoord dat haar inzet ondermaats was. In de jaren 2018-2020 is er gemiddeld € 3.500 uitgekeerd, de vrouw wil over de acht maanden een bonus van € 2.333.

Vrijblijvend

Volgens de werkgever is hier geen sprake van een afdwingbare verplichting. De regeling heeft een vrijblijvend karakter: de werkgever bepaalt of een bonus wordt verstrekt en hoe hoog die is. De vrouw was in die acht maanden maar voor een kwart arbeidsgeschikt, dus áls zij recht heeft op een bonus, is dat een kwart van dat bedrag. Tot slot: het is geen bonus maar een gratificatie, aldus de werkgever.

Geen gratificatie

Met dat laatste maakt de kantonrechter van de rechtbank Limburg korte metten. In de arbeidsovereenkomst staat letterlijk ‘bonus’. Kenmerkend daarvoor is dat de uitkering daarvan afhangt van de vraag of bepaalde doelen zijn behaald. Een gratificatie (of een gift) is niet structureel van aard en ook niet afhankelijk van het al dan niet behalen van doelstellingen. Of de bonus eenmalig was of structureel blijkt niet uit de arbeidsovereenkomst.

Goed werkgeverschap

Dat de werkgever ‘streeft’ naar een bonusuitkering en zelf mag bepalen wat de hoogte van de bonus is, betekent niet dat partijen hebben bedoeld een discretionaire bevoegdheid aan de werkgever te geven. Deze kwestie moet worden getoetst aan het wettelijke beginsel van goed werkgeverschap. De werkgever geeft toe dat haar werknemers die arbeid hebben verricht over 2021 een bonus hebben ontvangen. Door de vrouw geen bonus te geven heeft de werkgever in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap gehandeld. De vrouw heeft recht op een bonus van € 2.333, oordeelt de kantonrechter.

Transitievergoeding

Bij de berekening van de transitievergoeding moet rekening worden gehouden met bonussen over de afgelopen jaren: die vormen een ‘variabele looncomponent’. Als die bonussen worden meegenomen, heeft de vrouw recht op een hogere transitievergoeding dan zij heeft gekregen. Het verschil moet de werkgever alsnog betalen.

ECLI:NL:RBLIM:2023:4667

Bron:Rechtbank Limburg | jurisprudentie | ECLI:NL:RBLIM:2023:4667 10577286 / AZ / 23-65 | 07-08-2023