In de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet) worden bedrijven verplicht preventieve maatregelen te nemen om uitval tegen te gaan. Goede preventie levert een lager ziekteverzuim op. Medewerkers zijn fitter en gemotiveerder. De nieuwe Arbowet is per 1 juli 2017 ingegaan. Werkgevers en arbodienstverleners hebben tot 1 juli 2018 de tijd gekregen de contracten aan te passen. Aanpassen kon door middel van een aanvulling op het bestaande contract of door het afsluiten van een nieuw contract met de arbodienstverlener of bedrijfsarts.
De nieuwe Arbowet bevat een aantal belangrijke wijzigingen:
1. Invoering van het basiscontract: dit is een overeenkomst tussen de werkgever en een arbodienst of een bedrijfsarts waarover iedere werkgever behoort te beschikken. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over taken waarvoor de werkgever zich moet laten bijstaan door een deskundige. Het staat de werkgever vrij zich bij meer taken te laten bijstaan door een arbodienst of bedrijfsarts.
2. Mogelijkheid bezoeken bedrijfsarts voor werknemers bij vragen over de gezondheid in relatie tot het werk. Dit kan door middel van een open spreekuur. Het doel hiervan is om klachten en verzuim bij de werknemers te voorkomen. De werknemer kan al een afspraak maken als hij nog geen klachten heeft of er nog geen sprake is van verzuim.
3. Vrije toegang tot de werkvloer voor de bedrijfsarts. De bedrijfsarts leert het bedrijf kennen en heeft dan goed zicht op de arbeidsomstandigheden en de belasting in het werk.
4. Second opinion: als een werknemer twijfelt aan de juistheid van het advies van de bedrijfsarts, kan de werknemer vragen om een second opinion van een andere bedrijfsarts. Het spreekt voor zich dat deze bedrijfsarts werkzaam moet zijn bij een andere arbodienst of bedrijf dan de eerste bedrijfsarts. Het doel van een second opinion is om de kwaliteit van de bedrijfsgezondheidszorg te verhogen en de werknemer zekerheid te geven over de juistheid en onafhankelijkheid van een advies. Dit kan náást de aanvraag van een deskundigenoordeel bij UWV.
5. Verplichte klachtenprocedure bedrijfsarts: elke bedrijfsarts behoort over een klachtenprocedure beschikken zodat de werknemer een klacht kan indienen als er niet juist wordt gehandeld.
6. Preventie. De bedrijfsarts moet de werkgever adviseren over het toepassen van preventieve maatregelen zodat werknemers in een gezonde en veilige omgeving kunnen werken. De bedrijfsarts adviseert bij ziekteverzuimbegeleiding, maar de werkgever blijft verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding.
7. Belangrijkere rol preventiemedewerker. Ieder bedrijf moet minstens één werknemer tot preventiemedewerker benoemen. De preventiemedewerker heeft als taak te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts of arbodienstverleners. Bedoeling is dat ook de ondernemingsraad meer betrokkenheid bij het arbobeleid krijgt waardoor meer overleg kan plaatsvinden.
Als niet is voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe Arbowet, kan de werkgever, de bedrijfsarts of arbodienstverlener rekenen op stevige boetes van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW zal namelijk toezicht houden op het niet naleven van de regelgeving en het basiscontract.