Het streven naar een betere werk-privébalans is een veelgehoorde doelstelling, waarbij het kabinet graag een helpende hand biedt. Immers, in de afgelopen jaren zijn diverse wijzigingen doorgevoerd ter verbetering van de verlofregeling na de geboorte van een kind.
Zo krijgen partners sinds 1 januari 2019, direct na de geboorte, vijf in plaats van twee werkdagen volledig betaald verlof. Per 1 juli 2020 is hieraan toegevoegd dat partners aanvullend vijf weken (grotendeels door UWV) betaald verlof kunnen opnemen in de eerste zes maanden na de geboorte van hun kind.
Inmiddels staat de volgende wijziging voor de deur. Op 20 april 2021 heeft de Tweede Kamer namelijk het wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof aangenomen. Dit wetsvoorstel zal vermoedelijk op 2 augustus 2022 in werking treden. Hiermee geeft het kabinet invulling aan de Europese richtlijn betreffende de werk-privébalans.
Huidig (onbetaald) ouderschapsverlof
Op dit moment kan de werkende ouder – naast het geboorteverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof – 26 weken ouderschapsverlof opnemen in de eerste acht levensjaren van het kind. Wettelijk gezien staat tegenover dit verlof geen vergoeding, dit verlof is dus onbetaald. Wel kan hiervan ten gunste van de werkende ouder worden afgeweken bij CAO of onderlinge afspraken met de werkgever.
Omdat het ouderschapsverlof – op afwijkingen na – onbetaald is, kan niet iedere werkende ouder zich veroorloven dit op te nemen. Dit leidt ertoe dat slechts een gering aantal werkende ouders daadwerkelijk gebruik (kan) maken van het ouderschapsverlof. Het kabinet wil de drempel om ouderschapsverlof daadwerkelijk op te nemen verlagen en heeft daarom het volgende besloten.
Gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof
In het (in 2022 gewijzigde) wetsvoorstel is opgenomen dat de werkende ouder in de eerste negen van de 26 weken ouderschapsverlof recht heeft op een uitkering vanuit UWV. De hoogte van deze uitkering bedraagt 70% van het dagloon, gelimiteerd tot 70% van het maximum dagloon.
Naast de maximumtermijn van negen weken, is er nog een andere beperking aan de uitkering verbonden. De uitkering geldt namelijk alléén in het eerste jaar na de geboorte. Wordt het verlof niet in het eerste levensjaar van het kind opgenomen, dan heeft de werkende ouder geen recht op de uitkering vanuit UWV. Wel heeft de werkende ouder in dat geval – tot aan het achtste levensjaar van het kind – recht op onbetaald ouderschapsverlof ter hoogte van maximaal 26 weken.
Let op: géén overgangsrecht
Het is de werkgever die de uitkering voor betaald ouderschapsverlof bij UWV moet aanvragen. Hij kan hiervoor een door UWV beschikbaar gesteld digitaal formulier indienen. De aanvraag kan eenmalig worden gedaan vanaf de eerste dag waarop het ouderschapsverlof is genoten, tot aan vijftien maanden na de geboorte van het kind.
Opvallend is dat in het wetsvoorstel geen overgangsrecht is geregeld. Dit betekent dat de werkende ouder die een kind heeft dat op 2 augustus 2022 de leeftijd van één jaar nog niet heeft bereikt én nog niet het volledige recht op ouderschapsverlof heeft benut, recht heeft op betaald ouderschapsverlof.
Hierbij dan ook een ‘note to werkgevers’: Wees vanaf 2 augustus 2022 voorbereid op aanvragen voor betaald ouderschapsverlof, ook die zien op geboortes van vóór 2 augustus 2022!
Wilt u meer weten? We staan u graag te woord!