Letselschade na een ongeluk op het water: in aanvaring met bijzondere regelgeving

Het was een angstaanjagend gezicht afgelopen week: een watertaxi met zes personen aan boord komt in aanvaring met een rondvaartboot ter hoogte van de Erasmusbrug in Rotterdam en verdwijnt volledig onder het wateroppervlak. Naast de kapitein van de watertaxi worden vijf opvarenden, waaronder een kind, minuten later gered door toedoen van een schipper van een andere watertaxi. Ze zijn uit voorzorg allemaal naar het ziekenhuis gebracht. Wat zullen deze mensen in angst hebben gezeten!

Het komt gelukkig relatief weinig voor, al is dit al de derde aanvaring in vier jaar tijd op dit stuk van de Nieuwe Maas waarbij passagiers te water zijn geraakt. Bij twee van deze ongevallen was een snelle watertaxi betrokken. Er geldt geen snelheidslimiet in dit gebied.

Maar wat nu als jou dit overkomt? Hoe kun je dan je schade verhalen?

Eén ding staat vast: als passagier heb je (bij normaal gedrag) per definitie geen schuld aan het ontstaan van de aanvaring. Dat betekent dat in ieder geval één van beide schippers van de betrokken vaartuigen aan te spreken zou moeten zijn voor de vergoeding van jouw (letsel)schade.

Strafrecht

Mocht er een strafrechtelijke vervolging plaatsvinden van een van beide schippers (door een aparte afdeling van het Openbaar Ministerie), dan is het voor slachtoffers mogelijk om hun schade te vorderen in de strafzaak. Dan moet uiteraard wel eerst vast komen te staan dat sprake is geweest van strafrechtelijk laakbaar handelen met het oog op alle nautische regelgeving, iets dat nog niet vanzelfsprekend is. Ik verwijs hierbij onder andere naar een zaak in Valkenburg (Z-Holland) waarbij dat niet het geval was: Geen verdere strafvervolging voor dodelijke aanvaring op de Rijn.

Vaak zal een strafrechter ook niet alle schade van een slachtoffer kunnen toewijzen in de strafzaak, zoals de schade die in de toekomst nog geleden gaat worden. Er is geen plaats in een strafproces om dit goed te kunnen uitzoeken. Dat betekent dus dat je je daarnaast  moet wenden tot de betreffende schipper(s) en hun achterliggende verzekeraars.

Civiel recht: risico-aansprakelijkheid

De wet zegt hierover (in artikel 8:974 BW) dat de vervoerder in principe aansprakelijk is voor letselschade die wordt opgelopen door de passagiers die hij vervoert. Dit artikel laat weinig ruimte voor de vervoerder om hier onderuit te komen; het is een zogenaamde risicoaansprakelijkheid. Toch kan het zo zijn dat de betreffende schipper ook de andere schipper een verwijt maakt of zelfs de volledige schuld bij de ander legt. Specialisten op het gebied van de geldende vaarregels zijn vaak dan nodig om precies te kunnen uitzoeken wat er verkeerd is gegaan en welke regels in deze situatie van toepassing waren. Was er ook maar iets dat de vervoerder anders had kunnen doen, is hij voor de schade aansprakelijk jegens het slachtoffer. In hun onderlinge verhouding moeten de beide schippers en hun verzekeraars dan bezien wie voor welk deel van de schade moet opdraaien.

Beperkingen van aansprakelijkheid

Echter: in het vervoersrecht gelden van oudsher verschillende beperkingen waar het gaat om de hoogte van de te vergoeden schade bij letsel. Deze limiet lag eerder op ongeveer € 137.000,-, maar dit is onlangs verhoogd naar ongeveer € 500.000,-. Praktisch gezien houdt dit in, dat als een vervoerder een beroep wenst te doen op de deze beperking van zijn aansprakelijkheid, hij hiervoor naar de rechter moet stappen. Er wordt dan een fonds gesteld waar het geld in wordt gestort.

Dit geld moet dan pro rato verdeeld worden onder de slachtoffers van de aanvaring. Bij een aanvaring met meerdere slachtoffers met ernstig en blijvend letsel betekent dat dus, dat lang niet alle schade vergoed kan worden!

En bovendien moeten alle slachtoffers hun definitieve claim in een relatief korte termijn neerleggen, omdat de pot anders niet verdeeld kan worden. Belangenbehartigers die bekend zijn in letselschadezaken weten dat dat vaak eigenlijk niet verantwoord is, bij gebrek aan een medische eindtoestand en een deugdelijke berekening van toekomstschade.

Vraag hulp!

Een ingewikkelde procedure dus, waarin je als slachtoffer wordt betrokken: een verzoekschriftprocedure met onder andere een verificatievergadering waarin je je zegje mag doen, het op korte termijn op papier moeten zetten van je volledige verzoek tot schadevergoeding, soms een discussie tussen de twee betrokken schippers en hun verzekeraars over de onderlinge schuldverdeling, de aanvraag bij de Consignatiekas om tot uitkering over te gaan etc. En dan moet je soms dus ook nog genoegen nemen met slechts een deel van je schade, omdat de beperkte pot met geld met iedereen gedeeld moet worden!

Dat kan niemand alleen, daar heb je een goede advocaat bij nodig. Die kan er misschien zelfs voor zorgen dat de verzekeraars meedenken in een redelijke oplossing als de uitkering uit het fonds onredelijk laag blijkt te zijn…

Dit blog is geschreven door

Onderwerp