In juli 2020 schreef ik al een blog dat het Europese Hof het recht op vrije advocaatkeuze heeft opgerekt (zie de blog ‘Recht op vrije advocaatkeuze verder opgerekt‘). Recent (31 maart jl.) moest het Klachtinstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) oordelen of die uitspraak van het Europese Hof gevolgen heeft voor de Nederlandse rechtsbijstandverzekeringspraktijk en voor deze zaak van de consument (1). Het antwoord hierop is ja.
De zaak bij het Europese Hof ging over een geschil in België en volgens Belgische wetgeving. Het Kifid oordeelde dat de uitkomst van die Belgische zaak ook doorwerkt in Nederland. De term ‘gerechtelijke procedures’ moet ook in Nederlandse rechtsbijstandverzekeringen ruim worden opgevat. Elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechtelijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, valt onder het begrip ‘gerechtelijke procedure’. Er moet wel sprake zijn van een conflict. Dus het bestaan van een belangentegenstelling, aldus het Kifid. De zaak van de consument heeft niet tot een gerechtelijke procedure geleidt. Toch had hij wel recht op gefinancierde rechtsbijstand én door de gewenste externe rechtshulpverlener (2).
Dus: meld u een concreet geschil bij uw eigen rechtsbijstandverzekeraar, dan ontstaat er al een situatie die mogelijk tot een procedure kan leiden. Ook een buitengerechtelijk/minnelijk traject of de onderhandelingsfase lijken daar onder te vallen. U kunt op dat moment uw rechtsbijstandsverzekeraar al vragen om de zaak naar uw eigen advocaat door te verwijzen. Dit is winst voor u als verzekerde met een rechtsbijstandverzekering.
Heeft u hier vragen over? Bel gerust en ik bespreek met u graag de mogelijkheden.
(1) Bron: Kifid-uitspraak 2021-300
(2) Ik merk op dat tegen deze uitspraak binnen 6 weken vanaf 31 maart 2021 hoger beroep kan worden ingesteld. Mij is niet bekend of een der partijen hiervan gebruik maakt.