“Slapende dienstverbanden”, wat zijn dat?
Wanneer een werknemer na 2 jaar arbeidsongeschiktheid niet meer herplaatst kan worden maar de arbeidsovereenkomst ook niet beëindigd wordt heet dat een “slapend dienstverband”.
Bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever (wanneer de arbeidsovereenkomst meer dan 2 jaar heeft geduurd), moet de werkgever in beginsel een wettelijk vastgestelde (transitie) vergoeding betalen. Dat is ook zo indien een werknemer 2 jaar onafgebroken ziek is geweest en de werkgever om die reden de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Vaak wil een werkgever geen kosten maken en houdt hij het dienstverband slapend.
Moet de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen?
Vraagt een werknemer vervolgens zelf om beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dan zei de kantonrechter tot voor kort steeds, dat bij ontslagname geen transitievergoeding verschuldigd is door de werkgever. In een uitspraak van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg 27 december 2018 werd een verzoek om de werkgever te laten ontbinden met een transitievergoeding na 2 jaar ziekte toch toegewezen, ook al kwam het verzoek van de werknemer. Het betrof een bijzondere situatie, waarin de werknemer al bijna 3 jaar arbeidsongeschikt was en een IVA-uitkering (voor blijvende arbeidsongeschiktheid) ontving. Er was geen kans op terugkeer en de werknemer was terminaal. Bovendien speelde een grote rol dat de Wet Compensatie Transitievergoeding vermoedelijk per 1 april 2020 in werking zal treden. Werkgevers kunnen dan een verzoek indienen bij UWV om (een deel van) de betaalde transitievergoeding terug te krijgen.
Sindsdien zijn er verschillende uitspraken van rechters na een slapend dienstverband.
Moet de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen?
In beginsel is het al dan niet beëindigen van de overeenkomst met vergoeding aan de werkgever, maar het begint te kantelen: in bijzondere omstandigheden moet de werkgever wel ontbinden en betalen.
Wat kan de werkgever aanvoeren?
Werkgevers voeren aan dat er een kans is dat de werknemer herstelt en herplaatst kan worden (met name bij eigen risico dragers). Oudere werknemers 50+ krijgen nu nog een hogere transitievergoeding. Die regeling vervalt echter per 1 januari 2020. Werknemers van 50+ krijgen dan dus een lagere vergoeding. De werkgever moet de transitievergoeding voorschieten, wat tot financieringsproblemen zou kunnen leiden. De werkgever krijgt het bedrag op zijn vroegst pas terug in oktober 2020. Het is niet helemaal zeker of de wet inderdaad in werking treedt.
Bovendien wordt volgens de Wet Compensatie Transitievergoeding slechts de transitievergoeding, over de diensttijd tot de datum waarop de werknemer 2 jaar arbeidsongeschikt is, gecompenseerd. Wanneer het dienstverband al langere tijd heeft voortgeduurd in slapende toestand, zal de transitievergoeding dus niet geheel worden vergoed. Afhankelijk van de argumenten in een bijzonder geval (blijvend arbeidsongeschikt of niet, terminaal ziek, financieringsproblemen van de werkgever of hoge kosten voor arbeidsongeschikte werknemers) zal een kantonrechter kunnen beslissen of de werkgever moet betalen.
Goed werkgever
handelt de werkgever als een goed werkgever als hij het dienstverband niet wil beëindigen met een vergoeding? Indien werknemers een schadevergoeding vragen op grond van goed werkgeverschap ter hoogte van de transitievergoeding zal vermoedelijk hetzelfde gelden als hiervoor omschreven. Alleen zal een werkgever in dat geval geen beroep kunnen doen op de Wet Compensatie Transitievergoeding.