Na jarenlange discussie in het parlement was het afgelopen week zo ver: de Eerste Kamer stemde in met een wetsvoorstel, waarmee nabestaanden of naasten van letselschadeslachtoffers mogelijk aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor affectieschade. De nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2019. Dit is een belangrijke stap in de erkenning van het leed dat ook deze groep ondervindt van bijvoorbeeld een verkeersongeluk, medische fout, bedrijfsongeval of geweldsmisdrijf bij een dierbare. Weliswaar is het verdriet met geld niet volledig weg te nemen, maar het biedt wel enige genoegdoening en helpt mogelijk ook bij het verwerkingsproces.
Veel verdriet
De impact die een ongeval of incident heeft op nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig of blijvend letsel is groot. Net als het slachtoffer zelf hebben zij vaak veel verdriet van wat hun dierbare door toedoen van een ander is overkomen. Dit heet affectieschade. Onder naasten, nabestaanden en ook advocaten bestond al vele jaren de behoefte dat ook hun leed werd erkend en ze aanspraak konden maken op een vergoeding (ook wel smartengeld genoemd). De nieuwe wet voorziet er nu in dat – in beginsel – de partner, ouders, kinderen en broers of zussen van het slachtoffer aanspraak kunnen maken op smartengeld. Ook stiefouders en stiefkinderen kunnen een vergoeding voor de affectieschade krijgen. In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen zelfs personen met een nauwe band met het slachtoffer voor een vergoeding in aanmerking komen.
Hoogte van de affectieschade
In bijvoorbeeld de Verenigde Staten is het de normaalste zaak van de wereld dat nabestaanden en naasten van letselschadeslachtoffers enorme schadeclaims indienen, soms zelfs in de miljoenen dollars. In Nederland kennen we dat niet. In de nieuwe wet is opgenomen dat de affectieschade komt te liggen tussen de 12.500 en 20.000 euro. De partij die verantwoordelijk is voor de schade moet deze vergoeding – net als de vergoeding voor het slachtoffer – betalen. Hoe hoog de affectieschade uiteindelijk is, wordt bepaald door allerlei persoonlijke omstandigheden.
Claimcultuur op de loer?
Critici menen wellicht dat met de nieuwe wet een stap is gezet naar een Nederlandse claimcultuur, waarin nabestaanden en naasten massaal smartengeld eisen. Waarschijnlijk valt dit wel mee. Zoals aangegeven zijn de bedragen die voor affectieschade worden uitgekeerd niet zo hoog als in bijvoorbeeld de VS. Ook zijn er allerlei voorwaarden waaraan nabestaanden en naasten moeten voldoen, voordat ze aanspraak kunnen maken op een financiële genoegdoening. Net als de slachtoffers zelf moeten ze bijvoorbeeld aantonen – bijvoorbeeld met medische rapporten – dat ze leed aan het ongeval of incident hebben overgehouden.
Niet meer in de kou
In elk geval staan nabestaanden en naasten dankzij de nieuwe wet niet meer in de kou. Om eventueel aanspraak te maken op smartengeld is het wel verstandig om de hulp van een letselschadeadvocaat in te roepen, want – net als bij letselschadeslachtoffers – is het door de ingewikkelde wetten en regelgeving nagenoeg onmogelijk om zelf de strijd aan te gaan met de tegenpartij. Ook voor nabestaanden en naasten geldt dat de kosten van een letselschadeadvocaat door de tegenpartij worden vergoed. In een oriënterend gesprek vertellen we u graag wat de mogelijkheden en kansen op het verkrijgen van smartengeld zijn.