Het bestuursrecht ziet op de verhouding tussen burgers en de overheid. Het bestuursrecht geeft zowel de regels waar bestuursorganen zich aan behoren te houden, als regels die de burgers beschermen tegen besluiten van bestuursorganen.
Kern van het bestuursrecht is het nemen van een besluit door een bestuursorgaan. Zo’n besluit raakt de aanvrager van een besluit, maar vaak ook zogenaamde derdebelanghebbenden (bijvoorbeeld protest door omwonenden). Iedere belanghebbende kan, als hij het niet eens is met de inhoud van een besluit, daartegen een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan indienen. In de praktijk wordt een bezwaarschrift in veel gevallen ongegrond verklaard zodat de stap naar de rechter gezet moet worden. Hiertoe dient de belanghebbende een beroepschrift in te dienen bij de bevoegde rechtbank. Daarna kan eventueel hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de bezwaarprocedure, maar ook de beroepsprocedure kan een belanghebbende zo nodig om een verzoek tot voorlopige voorziening aan de rechter vragen. Meestal zal een verzoek om voorlopige voorziening de vraag bevatten het besluit de werking te ontzeggen in afwachting van het besluit op bezwaar of de uitkomst van het ingestelde beroep, maar er kunnen ook andere voorzieningen worden gevraagd. Bijvoorbeeld om iemand gedurende de bezwaar- of beroepsprocedure te behandelen alsof hij over de vergunning beschikt die is geweigerd.