Terecht ontslag op staande voet na diefstal door leidinggevende supermarkt

Een leidinggevende van een supermarkt maakt zich schuldig aan diefstal. Uit een analyse van camerabeelden blijkt dat de man twee keer producten uit de winkel meeneemt zonder daarvoor te betalen. Hij wordt op staande voet ontslagen. Terecht, zo oordeelt de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam.

De man, die al ruim 20 jaar in deze supermarkt werkt, neemt in één maand twee keer boodschappen mee uit de winkel zonder die af te rekenen. Het gaat om kaas, brood en een blikje drinken. Voor zijn werkgever is het reden om de man op staande voet te ontslaan, en om hem een winkelverbod op te leggen. Ook vermeldt de werkgever dit in een intern en extern frauderegister.

Zerotolerancebeleid

Op basis van onderzoek door de supermarkt staat vast dat de man niet heeft betaald voor de boodschappen. Volgens de kantonrechter levert dit een dringende reden op voor een ontslag op staande voet; een werkgever moet zijn werknemers kunnen vertrouwen. Daar komt bij dat deze werkgever een zerotolerancebeleid voert, waarbij elke vorm van diefstal leidt tot ontslag op staande voet. De kantonrechter begrijpt dat het voor de supermarkt van groot belang is een streng beleid te voeren. Ook bij werknemers die al zo lang in dienst zijn als deze man. Als voor hen uitzonderingen zouden worden gemaakt, zou dat de werking van het beleid teniet doen.

Voorbeeldfunctie

De kantonrechter is verder van belang dat de man als leidinggevende een voorbeeldfunctie heeft en dat hij daarom had moeten begrijpen dat hij elke schijn van diefstal moet voorkomen. Ook weegt volgens de kantonrechter mee dat hij maar acht uur in de week in de supermarkt werkt en daarnaast een fulltime andere baan heeft. De financiële gevolgen van het ontslag zijn voor hem daardoor beperkt.

Frauderegister

De werkgever heeft de man ook geregistreerd in het register van de stichting Fraude Aanpak Detailhandel (FAD), voor een periode van vier jaar. De man eist bij de kantonrechter dat deze registratie wordt verwijderd. Volgens de kantonrechter hoeft dit echter niet te gebeuren. De werkgever heeft gerechtvaardigde belangen om de informatie in het register op te slaan. Hierdoor zijn andere winkeleigenaren op de hoogte van het gedrag van deze werknemer. Een periode van vier jaar is hier naar het oordeel van de kantonrechter proportioneel. De kantonrechter voegt daaraan toe dat maar 30 procent van de supermarkten bij het FAD-register is aangesloten. Niet alle mogelijkheden om bij een supermarkt te werken worden dus voor de man afgesloten. Wel moet de werkgever de melding uit het eigen register weghalen, nu het belang daarvan niet duidelijk is.

Winkelverbod

De werkgever heeft de man ook nog een winkelverbod van een jaar opgelegd. Dat verbod mag de supermarkt van de kantonrechter handhaven. Volgens vaste rechtspraak mag een winkel zelf besluiten iemand geen toegang meer te geven, mits daarbij rekening wordt gehouden met de rechten van de betrokkene en geen sprake is van discriminatie of willekeur. Dit winkelverbod lijkt de kantonrechter hier op zijn plaats, nu de supermarkt daarvoor een goede reden heeft en de man voor zijn boodschappen niet afhankelijk is van deze winkel.

ECLI:NL:RBROT:2024:4670

Bron:Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:4670 11005531 | 16-05-2024