De zwakkere verkeersdeelnemer

Een ongelukkig gekozen definitie, want niemand vereenzelvigd zich hier hoogstwaarschijnlijk mee. maar wie of wat wordt hier precies bedoeld? Onder de zwakkere verkeersdeelnemers vallen met name ongemotoriseerden, zoals voetgangers en fietsers, maar ook de elektrisch ondersteunde fietsers tot 25km/u. Met de term ‘zwak’ wordt bedoeld dat een voetganger en fietser niet wordt beschermd door bijvoorbeeld een stalen constructie zoals een auto of vrachtwagen. Hooguit een fietshelm biedt enige bescherming tegen ernstig letsel. De kans op ernstig hoofdletsel wordt door het dragen van een fietshelm met 50% verkleind.

Bescherming

Een zwakkere verkeersdeelnemer wordt beschermd op basis van de wet in het geval hem een ongeval is overkomen. In uiterste gevallen komen die zaken ook voor bij de rechter. Een sprekend voorbeeld is een uitspraak van 21 april 2022. In deze kwestie vordert een fietser een volledige schadevergoeding, dus 100%, van de aansprakelijkheidsverzekeraar. Het ongeval vond plaats op het viaduct op de John F. Kennedylaan ter hoogte van de Bisschop Bekkerslaan en viaduct Airbornelaan (Eindhoven). Er was onduidelijkheid over de toedracht: wie moest voorrang geven en wie moest voorrang verlenen. Dit is zeker van belang in het geval de fietser een voorrangsfout maakt en vervolgens op de genoemde bescherming kan terugvallen.

Voorrangsfout

Uit de uitspraak blijkt dat de fietser een voorrangsfout heeft gemaakt. Hij fietste aan de verkeerde kant van de weg en dus tegen het andere fietsverkeer in. De rechtbank is het met de automobilist eens dat de fietser in dit geval voorrang moest verlenen aan de automobilist. In dit geval kan dus worden teruggevallen op de bescherming van de zwakkere verkeersdeelnemer.

De Hoge Raad wijst in dit verband op een aantal arresten naar de zogenoemde 50%-regel (voor het eerst in 1992 (ECLI:NL:HR:1992:ZC0526 – IZA/Vrerink). Deze houdt in dat een voetganger of fietser, van 14 jaar of ouder, die het slachtoffer is van een verkeersongeval met een motorrijtuig, recht heeft op tenminste 50% van zijn schade. In het geval een voetganger of fietser jonger is dan 14 jaar, dan wordt hij of zij beschermd en heeft hij of zij recht op 100% van zijn schade. De overige 50% wordt ingekleurd door de relevante feiten en omstandigheden van het geval.

Terug naar de juridische grondslag (artikel 185 Wegenverkeerswet). De wetgever heeft een escape voor de gemotoriseerde ingebouwd, namelijk een zogenoemde overmachtssituatie. In het uiterste geval heeft de zwakkere verkeersdeelnemer geen recht op een vergoeding en kan het op 0% schadevergoeding uitkomen. Van een overmachtssituatie is sprake als de gemotoriseerde juridisch gezien geen enkel verwijt te maken valt, omdat het ongeval uitsluitend is te wijten aan de fouten van de ander en dat die fouten zo onwaarschijnlijk waren dat de gemotoriseerde naar redelijkheid en billijkheid geen rekening mee hoefde te houden. Dit was in dit geval dan ook niet aan de orde, zodat de fietser 50% van zijn schade vergoed krijgt.

Ingewikkelde materie… Heeft u vragen over dit artikel? Neem gerust contact op met ons kantoor. Mijn collega’s en ik staan u graag te woord.