#MeToo, Jelle Brandt Corstius en het noodzakelijk kwaad dat aangifte heet

metoo-2859980__340 De recente onthullingen van Jelle Brandt Corstius over seksueel misbruik waarvan de televisiemaker stelt slachtoffer te zijn geworden, maakt pijnlijk duidelijk waarom de respons op #MeToo-campagne zo groot is. Als slachtoffer van seksueel misbruik voel je je – vaak – vogelvrij en sterker nog: je bent het ook. Je verhaal publiekelijk bekend maken – zonder naam van de dader – leidt tot een aangifte vanwege smaad en laster. Veel hele nare, traumatiserende ervaringen belanden zo in de doofpot.

De zaak van Jelle Brandt Corstius heeft al veel aandacht gekregen in de media. Ben je geïnteresseerd in het onderwerp dan is het artikel van Mark Misérus en Anneke Stoffelen uit de Volkskrant van 1 november 2017 (link) een lezenswaardig stuk, waarin naast collega-slachtofferadvocaten Gabi van Driem en Hetty Dijkstra ook hoogleraar Rechtspsychologie Peter van Koppen aan het woord komt.

Het is triest voor Brandt Corstius, maar het is wel goed dat er nu zoveel aandacht is voor de onmogelijke positie van veel zedenslachtoffers.

Het komt ook bij ons vaak voor dat cliënten die slachtoffer zijn geworden van een zedenmisdrijf, ons vertellen dat ze seksueel overschrijdend contact hebben gehad met een ander, maar ervan overtuigd zijn dat ze niet zullen worden geloofd. Soms is het feitelijk ook zo en hebben slachtoffers al vanuit hun directe omgeving signalen gekregen dat er gedacht wordt dat het slachtoffer het wel verzonnen zal hebben. Een van de belangrijke redenen waarom het seksueel misbruik in de R.K.-kerk zo lang verborgen is gebleven heeft te maken met het feit dat kinderen volwassenen inlichtten over datgene wat de pastoor bij hen deed, maar zij zelfs door eigen ouders niet werden geloofd. Anno 2017 gebeurt dit helaas nog steeds.

Ook horen wij vaker terug dat de politie op het moment dat een slachtoffer aangifte wil doen, zelfs tegen minderjarige slachtoffers, dat het weinig zin zal hebben om aangifte te doen, omdat het het woord van het slachtoffer is tegen het woord van de dader.

Ons advies is om bij twijfel over het wel of niet doen van aangifte altijd contact op te nemen met een gespecialiseerde slachtofferadvocaat. Om te checken of bepaalde aannames (‘ik zal wel geen bewijs hebben’) wel kloppen. En om te weten waar je aan begint als je besluit aangifte te doen. Een strafzaak is voor een slachtoffer vaak een pijnlijk, lastig en langdurig traject en dit moet je niet onderschatten.

Zaken waarin er een andere mogelijkheid is om een geschil naar aanleiding van seksueel misbruik op te lossen, dan de strafrechtelijke weg (zoals Peter van Koppen in het Volkskrantartikel laat optekenen) kennen wij hier overigens weinig. Vaak hebben onze cliënten te maken met een verdachte (dader) die ontkent of – zelfs als hij of zij wel schuld bekent – de enorm traumatiserende gevolgen voor het slachtoffer niet onderkent. Dan valt er, in onze ervaring, vaak moeilijk te mediaten.

Kortom: het doen van aangifte is voor veel slachtoffers een noodzakelijk kwaad. Dit heeft Jelle Brandt Corstius ook ervaren: door de aangifte tegen hem door de vermeende dader (vanwege smaad en laster) heeft de televisiemaker alsnog aangifte van seksueel misbruik gedaan. Heb je ook aangifte gedaan van een zedenmisdrijf of twijfel je erover? Laat je goed begeleiden als je ervoor komt te staan. Bij het Centrum Seksueel Geweld en bij Slachtofferhulp kunnen ze je goed helpen. Juridische bijstand van een gespecialiseerde advocaat vind je op de volgende website: Langzs

Dit blog is geschreven door

No results found.

Onderwerp