Werknemer moet schade aan dienstauto vergoeden

Een werknemer veroorzaakt schade aan de dienstauto van zijn baas en moet die van zijn werkgever vergoeden. Ook moet hij een boete betalen, omdat hij zich niet heeft gehouden aan de arbeidsovereenkomst. Daarover procedeert hij bij de kantonrechter.

Een beveiligingsbeambte botst op een dag in de dienstauto op een voertuig dat voor hem rijdt. De schade bedraagt € 6.000. Werkgever en werknemer sluiten een overeenkomst waarin staat dat de werknemer deze schade moet vergoeden; dit wordt verrekend met zijn reiskostenvergoeding. Omdat de man langere tijd ziek was en geen reiskosten maakte, is dit bedrag in verschillende loonperiodes ingehouden. De werknemer eist bij de kantonrechter (rechtbank Midden-Nederland) dat zijn werkgever dit aan hem terugbetaalt.

Opzet

Mocht de werkgever afspreken dat de werknemer de schade zou moeten vergoeden? In het Burgerlijk Wetboek staat dat een werknemer die schade toebrengt aan de werkgever daarvoor niet aansprakelijk is, behalve als de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Deze werkgever kan niet aantonen dat dit aan de orde was, zodat de werknemer in principe niet hoeft te betalen. Maar die regel kent uitzonderingen.

Verzekering

Zo’n uitzondering is als de overeenkomst schriftelijk is overeengekomen, en dat is hier gebeurd. De tweede voorwaarde luidt: de werknemer moet verzekerd zijn. Deze man heeft een aansprakelijkheidsverzekering. Hoewel hij deze niet heeft aangesproken, geldt de overeenkomst die is gesloten. De werknemer stelt dat hij zijn baan wilde houden en zich niet vrij voelde om de overeenkomst niet te ondertekenen. Dat baat hem niet. Tijdens het rijden gebruikte hij zijn telefoon, die niet in de houder zat. Hij accepteerde toen dat hij verantwoordelijk was voor de schade en stelde de overeenkomst daarna ook zelf op. Hij is niet onder druk gezet. De overeenkomst is rechtsgeldig, de werknemer moet de volledige schade betalen.

Boete

Maar er speelt meer tussen hen. De werkgever heeft de werknemer een boete van € 2.500 opgelegd, omdat hij zijn partner zou hebben laten meerijden bij een surveillance. Daarmee kan de vergunning van de werkgever in gevaar komen. De werknemer had al een officiële waarschuwing gekregen voor het naar huis gaan en daar tijdens zijn nachtdienst anderhalf uur verblijven. De boete is verrekend met het loon, dit wil de werknemer alsnog terug.

Niet concreet

Het Burgerlijk Wetboek stelt een aantal eisen aan boetebedingen in een arbeidsovereenkomst. In zo’n beding moet precies staan wat de overtreding is en welke boete daarop staat. De boete die deze werkgever oplegde is gebaseerd op gedragingen die niet heel concreet zijn. Deze gedragingen komen ook niet overeen met de tekst van het boetebeding. Daarin staat dat geen vertrouwelijke informatie mag worden gedeeld, maar iemand laten meerijden is toch echt wat anders. De werknemer had de boete dus niet hoeven te betalen.

ECLI:NL:RBMNE:2024:3926

Bron:Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:3926 10869580 AC EXPL 24-65 | 11-06-2024