Wanneer je slachtoffer wordt van een ongeval of een misdrijf en hierbij letsel oploopt, heb je vaak recht op een schadevergoeding. Allereerst voor de materiële schade (de schade die je voelt in jouw portemonnee) maar ook voor de immateriële schade, te weten het smartengeld. Ik noem dit vaak de vergoeding voor alle pijn, verdriet en ellende die je als gevolg van het ongeval of misdrijf ervaart.
Er zijn weinig vaste richtlijnen voor het bepalen van de hoogte van smartengeld en daarom wordt vaak gebruikgemaakt van de ANWB-smartengeldgids waarin voorbeelden uit de rechtspraak zijn opgenomen waarin smartengeld is toegewezen. Veel uitspraken zijn echter al ouder en zijn niet bijgewerkt naar de trend van stijgende bedragen voor smartengeld. Daarnaast mist deze gids de structuur van een systeem waarin het type letsel, de ernst, de herstelduur en de impact op het leven systematisch werden vertaald naar een financieel bedrag. Kortom, te algemeen.
De Rotterdamse Schaal
Om meer duidelijkheid te scheppen en een hulpmiddel te bieden voor rechters, advocatuur, verzekeraars en slachtoffers, is begin 2023 de Rotterdamse Schaal ontwikkeld. Deze is eerst in een ‘consultatieversie’ gepubliceerd om de werkbaarheid ervan te toetsen en dit jaar (2025) is in september de definitieve versie gepubliceerd.
De Rotterdamse schaal is ontwikkeld door letselschadeprofessionals en onderzoekers van de Erasmus School of Law, in opdracht van De Raad voor de Rechtspraak, gefinancierd door het ministerie van Justitie en Veiligheid, vanuit de wens om de berekening van smartengeld meer transparant, systematisch en voorspelbaar te maken.
Gecategoriseerde en specifieke factoren
De nieuwe methode omvat een categorische indeling van diverse letsels. Per categorie zijn er zes categorieën van het letsel, oplopend van licht tot zeer ernstig. Daarbij is er dan per categorie een bandbreedte aan bedragen genoteerd. Daarna wordt gekeken naar specifieke factoren die van invloed zijn op het bedrag. Deze factoren helpen bij het verfijnen van de categorie en het bepalen van een gepast bedrag binnen de genoemde bandbreedte.
Fictief voorbeeld
Een 17-jarige jongen, net begonnen met een nieuwe baan in de bouw, wordt slachtoffer van een zware mishandeling en heeft als letsel onder andere een gebroken arm aan de dominante zijde. De breuk bleek eenvoudig maar een operatie was noodzakelijk. Herstel heeft 2 jaar geduurd. Hij is nu volledig hersteld.
Los van het eventuele inkomensverlies en overige materiële schade kan hij aanspraak maken op een smartengeldvergoeding.
De Rotterdamse schaal geeft deze de volgende categorieën armletsel:
- Zeer ernstig armletsel – geen amputatie, maar wel zeer ernstig, vrijwel geen resterende functie van de arm.
- Middelzwaar armletsel – Ernstige breuken één of beide onderarmen, aanzienlijke, blijvende beperkingen.
- Minder ernstig armletsel – aanzienlijke beperkingen zijn geweest, maar aanzienlijk herstel plaatsgevonden of verwacht.
- Gering armletsel – hieronder valt onder meer:
- een eenvoudige breuk van de onderarm zonder risico op artritis;
- letsel zonder blijvende gevolgen.
Deze laatste categorie wordt op haar beurt opgedeeld in 3 subcategorieën, te weten:
- Het herstel duurt langer dan twee jaar en er is mogelijk een behoorlijk ingrijpende behandeling nodig
- Herstel vindt plaats binnen ongeveer één tot twee jaar
- Herstel vindt plaats tussen ongeveer zes maanden tot één jaar
Het letsel uit het voorbeeld kan dan worden ingedeeld onder “Gering armletsel”, categorie I. Hieraan is in de Rotterdamse schaal een bandbreedte van bedragen gekoppeld van € 4.500,- tot € 10.000,-.
Om binnen deze bandbreedte te bepalen wat voor deze jongen uit het voorbeeld van toepassing is wordt ook gekeken naar relevante factoren, zoals leeftijd, letsel aan de dominante arm, duur van het letsel en de daaruit voortvloeiende klachten, prognose, mate van pijn, benodigde medische behandeling, cosmetische gevolgen, psychische gevolgen en weerslag op het sociaal leven, tijdsbesteding, werk/opleiding, etc.
Als we deze factoren meewegen is het aannemelijk dat de hoogte van het smartengeld in dit geval aan de bovenzijde van de bandbreedte wordt bepaald.1
Belang voor slachtoffers
Voor slachtoffers betekent deze methode vooral meer duidelijkheid en eerlijkheid. Doordat het letsel nu wordt gekoppeld aan objectieve criteria en richtbedragen, weten slachtoffers beter waar ze aan toe zijn. Dit maakt de communicatie met verzekeraars eenvoudiger, omdat er een gezamenlijke basis is om over het smartengeld te praten.
Ook in de rechtszaal biedt het voordelen. Rechters kunnen de schaal gebruiken als leidraad, wat zorgt voor meer consistentie in uitspraken. Voor mij als letselschadeadvocaat is het een bruikbaar instrument om mijn cliënten realistischer te kunnen adviseren over hun zaak en om een verzoek om smartengeld in vorderingen beter te kunnen onderbouwen.
Goed om te beseffen is wel dat De Rotterdamse Schaal geen “wet” is en rechters niet verplicht zijn om deze te volgen. Het is en blijft ‘slechts’ een hulpmiddel.
De Rotterdamse schaal – tot nu toe
In de eerste fase zijn er al enkele rechtbanken geweest die aansluiting hebben gezocht bij de Rotterdamse schaal voor de hoogte van het smartengeld. De rechtbank Zeeland-West Brabant heeft in een civiele zaak een belangrijk precedent geschept voor de begroting van immateriële schade en bepaalde “Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland die een verhoging van het smartengeld rechtvaardigen en de ontwikkeling die de jurisprudentie laat zien, acht de kantonrechter het redelijk bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld, ook acht te slaan op de consultatieversie van de ‘Rotterdamse Schaal.”2
Inmiddels zijn meerdere rechtbanken en gerechtshoven gevolgd hierin.
Toekomst
Ook al is De Rotterdamse Schaal nog geen standaard en zal de praktijk moeten uitwijzen hoe dit gaat uitpakken, als slachtofferadvocaat juich ik deze ontwikkeling van harte toe, mits er ruimte blijft voor maatwerk. Want achter elk letsel schuilt een persoonlijk verhaal. Ieder slachtoffer verdient duidelijkheid, erkenning en rechtvaardigheid, ook daar waar de pijn, het verdriet en de ellende vaak zo groot is dat geen bedrag dit uiteindelijk zal kunnen compenseren.
1 Dit is een fictief voorbeeld waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Elke zaak is maatwerk.
2 ECLI:NL:RBZWB:2025:2046, 09 april 2025